Het ziekenbezoek geschiedt in de regel door de pastoor van de parochie. Het uitgangspunt is dat parochianen die zijn opgenomen in het ziekenhuis, tenminste één keer per week een pastoor zien. In ernstiger gevallen kan die frequentie hoger liggen. Het doel van een ziekenbezoek is niet alleen te informeren naar de algemene situatie van de zieke, maar vooral ook de toestand van ziekte te bespreken in het ruimere kader van het geloofsleven, waarbij alle gevoelens van de zieke, zijn verleden en zijn toekomstverwachting aan de orde kunnen komen. In een gebed kunnen het verdriet en de zorgen aan God worden toevertrouwd en kan de zieke de kracht van Gods aanwezigheid ervaren.
Er vinden ook bezoeken plaats aan wie in verpleeghuizen verblijven.
Als er sprake is van een ernstige ingreep of een levensbedreigende situatie kan de priester de ziekenzalving toedienen. Bij zo’n ziekenzalving worden toepasselijke psalmen en/of andere bijbelteksten gelezen. Vervolgens wordt de zieke onder handoplegging en gebed met olie gezalfd op het voorhoofd en de handen. Deze olie wordt jaarlijks door de bisschop in de week vóór Pasen speciaal voor dit gebruik gewijd. De korte plechtigheid van de ziekenzalving kan in de vertrouwelijke omgang tussen de zieke en de priester plaatsvinden. Meestal worden ook de direct betrokken familieleden en/of vrienden er bij gevraagd. Aldus wordt een toestand die voor mensen moeilijk te vatten of te overzien is, in gelovig vertrouwen aan God opgedragen.